Visuele vertaling hoofdstuk 3 Herkennen en Melden

Home » 3. Herkennen en Melden » 3.4 Lopend beleid en beleidsversterkingen – Domeinen

3.4 Lopend beleid en beleidsversterkingen – Domeinen

Onderwijs

Er wordt onderzoek gedaan naar segregatie in het onderwijs, naar de oorzaken daarvan en de juiste indicatoren om segregatie in beeld te brengen. Onderdeel hiervan zijn beleidssimulaties om te bekijken wat effectieve interventies kunnen zijn tegen segregatie. Ook is er een onderzoek naar stereotypering van mannen en vrouwen in het onderwijs uitgevoerd door de Onderwijsraad en Stichting School en Veiligheid.

Stagediscriminatie

We zien dat de omvang en impact van stagediscriminatie niet overeenkomt met het aantal meldingen. Weinig leerlingen en studenten maken formeel melding van stagediscriminatie en als ze dit willen doen weten ze vaak niet waar ze terecht kunnen. Daarnaast is er ook weinig vertrouwen dat de melding opgepakt en ‘opgelost’ wordt. Ook de onderwijsinstelling en onderwijsprofessional worstelen met stagediscriminatie waarbij enerzijds de leerling/ student ondersteund moet worden en anderzijds een afhankelijkheid gevoeld wordt richting werkgevers voor stageplekken.

De NCDR vindt dat het stagediscriminatiemeldpunt in het Middelbaar Beroepsonderwijs SBB meer aandacht moet hebben voor en meer ondersteuning moet bieden aan het ‘slachtoffer’ van discriminatie. Geconfronteerd worden met (vermeende) discriminatie heeft veel impact op jongeren.

Arbeidsmarkt

Er lopen verschillende onderzoeken naar discriminatie op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld is de pilot Nudging in Werving en Selectie. De vraag die hierin centraal staat is of kleine aanpassingen in het werving- en selectieproces bijdragen aan het tegengaan van onbewuste vooroordelen. Het onderzoek is afgerond met positieve resultaten. Daarnaast loopt er een onderzoek naar effectiviteit van instrumenten in werving en selectieprocedures (verdieping van de eerdere Delphi studie). i Dit onderzoek is later dit jaar gereed. De opbrengsten van dit onderzoek worden benut voor de ontwikkeling van een digitale handreiking voor bedrijven met speciale aandacht voor het MKB.

Werkgevers, waaronder de rijksoverheid, maatschappelijke instellingen en onderwijsinstellingen worden uitgedaagd om in jaarverslagen en bestuursverslagen te rapporteren over inspanningen op het vlak van diversiteit en inclusie en het tegengaan van discriminatie en ongelijkheid (in brede zin o.a.; gender, culturele diversiteit, mensen met een beperking, seksuele gerichtheid, leeftijd). Werkgevers die het goed doen, kunnen ook via verschillende initiatieven in de schijnwerpers worden gezet.

Wonen

In 2021 zijn de resultaten van de eerste landelijke monitor naar discriminatie bij woningverhuur gepubliceerd en aangeboden aan de Tweede Kamer. Daaruit bleek dat kandidaat-huurders met een Pools of Marokkaans klinkende naam minder kans hadden om uitgenodigd te worden voor een bezichtiging dan mensen met een van origine Nederlands klinkende naam. Bovendien bleken makelaars op grote schaal bereid mee te werken aan discriminerende verzoeken. Discriminatie is ook op de woningmarkt niet toegestaan en kunnen we niet tolereren. Daarom wordt blijvend ingezet op bewustwording. Jaarlijks gaat het kabinet monitoren hoe de netto-discriminatiegraad verandert op de woningmarkt door middel van correspondentietesten en mystery calls. Daarnaast is extra voorlichting digitaal beschikbaar gemaakt over de plichten van verhuurders en makelaars en de rechten van woningzoekenden en huurders. Dit jaar start een voorlichtingscampagne.

Naar aanleiding van de tweede landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur 2022 wil de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening conform de aanbevelingen de resultaten van de monitor op regionaal niveau gaan delen met ADV’s zodat zij gericht in gesprek kunnen gaan met verhuurders en verhuurbemiddelaars in gebieden waar de netto-discriminatiegraad hoog is. Op basis van de regionale data uit de landelijke monitor kunnen ADV’s gericht in gesprek met verhuurders en verhuurbemiddelaars over de verplichtingen die deze partijen hebben om woondiscriminatie te voorkomen. Uit de eerste monitor bleek al dat dit soort gesprekken bijdragen aan een grotere bewustwording in de sector over de problematiek rond woondiscriminatie. Het ministerie van BZK gaat in gesprek om te kijken welke ADV’s aan de pilot mee willen werken en hoe de pilot het best kan worden ingevuld. i

Gemeenten voeren zelf ook onderzoeken uit naar discriminatie bij woningverhuur door middel van mystery guests en correspondentietesten. Als er op basis daarvan signalen van discriminatie zijn, geven gemeenten aan daar niet goed tegen te kunnen optreden. Het ministerie van BZK heeft eerder onderzoek laten doen naar de vraag of het mogelijk is op basis van dit soort onderzoeksresultaten harder te kunnen optreden. Dit bleek lastig, met als voornaamste reden dat er bij de testen wordt gewerkt met een fictief profiel, waarbij er geen concrete gedupeerde is.

Handhaving door gemeenten

Niet alleen op de woningmarkt, maar ook op andere domeinen geven gemeenten aan dat de juridische mogelijkheden om op te treden niet toereikend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de horeca. Gemeenten geven aan dat zij nu weinig tot geen instrumenten hebben om het discriminatieverbod te kunnen handhaven. Er zal onderzocht worden welke handhavende en ook sanctionerende mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld via dwangsommen, het intrekken van vergunningen en het tuchtrecht. Gekeken moet worden hoe die benut en ingezet kunnen worden en of naast deze repressieve maatregelen nog andere oplossingen of aanvullende aanpak nodig zijn om deze problematiek aan te pakken, buiten het strafrecht

Als sprake is van een aanzet tot discrimineren kan dit met de huidige juridische mogelijkheden onvoldoende worden aangepakt door gemeenten. Dat is onbevredigend. Er zal onderzocht worden welke handhavende en ook sanctionerende mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld via dwangsommen, het intrekken van vergunningen en het tuchtrecht. Gekeken moet worden hoe die benut en ingezet kunnen worden en of naast deze repressieve maatregelen nog andere oplossingen of aanvullende aanpak nodig zijn om deze problematiek aan te pakken.

Zorg

Ook de kwaliteit van zorg die mensen ontvangen, blijkt mede afhankelijk van vooroordelen die een zorgverlener, of zelfs het zorgsysteem heeft. Deze vooroordelen kunnen desastreuse gevolgen hebben voor de mentale en fysieke gezondheid van mensen en zijn onacceptabel.

De NCDR is van mening dat nader kwalitatief onderzoek moet worden gedaan naar de reikwijdte van discriminatie in de zorg. Denk aan een onderzoek naar de situatie in verpleegtehuizen, of in de thuiszorg. Dit zou kunnen worden gedaan middels een kennisprogramma van ZonMw, of kan door de Staatscommissie worden opgepakt.

Aanbevelingen uit onderzoek wijzen als oplossingsrichting naar het aanstellen van aandachtsfunctionarissen discriminatie binnen zorginstellingen en meer persoonsgericht en cultuursensitief werken i. Ook zou een apart onderzoeksprogramma naar vrouwspecifieke aandoeningen moeten worden opgesteld. En is er meer kennis nodig in de opleidingen van zorgprofessionals voor cultuur-, gender- en sekseverschillen, als ook voor discriminatie in het algemeen en onbewuste discriminatie van professionals.

Online Discriminatie

Het ministerie van JenV geeft jaarlijks subsidie aan het Meldpunt Internetdiscriminatie (MiND). MiND is het landelijke meldpunt voor discriminerende uitingen op het internet. MiND publiceert jaarlijks de cijfers over het aantal meldingen. Deze cijfers worden meegenomen in de landelijke rapportage met discriminatiecijfers waarin ook de cijfers van onder meer de politie en de ADV’s worden meegenomen.

Na een melding voert MiND een onafhankelijke juridische toetsing uit om te bepalen of sprake is van een strafbare discriminatoire uiting. Indien dit het geval is, stuurt MiND een verwijderverzoek naar het betreffende platform. Daarnaast kan het Openbaar Ministerie besluiten om iemand die een discriminatoire post heeft geplaatst te vervolgen of kan de officier van justitie vorderen dat het platform de illegale content verwijdert. Met ingang van 2022 is het takenpakket van MiND uitgebreid. Zo zal MiND ervoor zorgen dat de website www.mindnederland.nl ook in andere talen toegankelijk is en dat melders ook doorverwezen kunnen worden naar meldpunten van andere landen. Ook zorgt MiND in 2022 voor een doorverwijspagina voor slachtoffers naar passende hulp of begeleiding. Verder zal MiND in 2022 actief zoeken naar samenwerking met belangenorganisaties, de IT-sector, ADV’s, de politie en het Openbaar Ministerie om signalen te bundelen en bij de ketenpartners onder de aandacht te brengen.

Om de meldbereidheid te verhogen en meer inzicht te krijgen in (onder andere de omvang van) online discriminatie is het belangrijk dat het duidelijk is waar melding gemaakt kan worden van online discriminatie en online ‘hate speech’. MiND moet meer bekendheid krijgen en beter vindbaar zijn als centraal meldpunt voor online discriminatie. Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor het (nog meer) verstevigen en professionaliseren van de kennis bij de (andere) plekken waar meldpunten voor online discriminatie gemeld kan worden zoals de politie en de ADV’s. Voor een nog beter en uitgebreider inzicht in alle online discriminatiemeldingen (van o.a. MiND, Politie en ADV’s) wordt verkend hoe dit verzameld en samengevoegd kan worden en meegenomen kan worden in de jaarlijkse rapportage over discriminatiecijfers.

Internationaal en nationaal is er al de nodige kennis vergaard en zijn er ‘good (en bad) practices’ te vinden over online discriminatie en online ‘hate speech’ en hoe dit kan worden tegengegaan. Er wordt verkend hoe een kennisbank kan worden opgezet om deze kennis en ‘practices’ samen te brengen en hoe de informatie ingezet en ontsloten kan worden. Hierbij wordt ook bekeken of de kennisbank het beste bij bijvoorbeeld een centraal meldpunt of een kennisinstituut geborgd kan worden.

Er wordt nader onderzocht of peer-to-peer educatie kan worden ingezet om online discriminatie en online ‘hate speech’ tegen te gaan waarbij onder andere ook wordt gekeken naar bewustwording en sociale normstelling online.

TNO studie naar interventies om arbeidsmarktdiscriminatie te verminderen en de diversiteit te vergroten. Zie ook https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/06/25/delphi-studie-stand-der-wetenschap-arbeidsmarktdiscriminatie

Kamerbrief van 29 juni 2022 inzake aanpak woondiscriminatie, Kamerstukken II, 2021-22 30950-922

Discriminatie en Gezondheid, Over de invloed van discriminatie (in de zorg) op gezondheidsverschillen en wat we hieraan kunnen doen, Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen, 2022, p.35.