Visuele vertaling hoofdstuk 3 Herkennen en Melden

Home » 3. Herkennen en Melden » 3.3 Lopend beleid en beleidsversterkingen – Discriminatiegronden

3.3 Lopend beleid en beleidsversterkingen – Discriminatiegronden

Lhbtiq+ personen

Er wordt op dit moment een onderzoek uitgevoerd naar het aantal genitale operaties bij kinderen met Differences of Sex Development (DSD)/intersekse in Nederland. De resultaten worden eind december 2022 verwacht. Daarnaast heeft VWS subsidie verstrekt voor het opstellen van een multidisciplinaire kwaliteitsstandaard DSD in Nederland, hierbij worden naast zorgaanbieders ook patiënten betrokken. De kwaliteitsstandaard zal beschrijven wat kwalitatief goede zorg is voor mensen met DSD. Het gaat hierbij zowel om de zorg voor kinderen, als de zorg voor volwassenen. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten ondersteunt dit onderzoek en ook patiëntenverenigingen zijn betrokken.

Gender

Zoals in het vorige hoofdstuk benoemd, werken de ministeries van SZW en OCW aan het tegengaan van zwangerschapsdiscriminatie, bijvoorbeeld door in te zetten op een betere informatievoorziening, communicatie en bewustwording over rechten bij zwangerschap voor (zwangere) werknemers, werkgevers en andere stakeholders. Daarbij wordt specifiek ook aandacht besteed aan de wijzen waarop binnen organisaties het gesprek hierover kan worden aangegaan.

Homovaders voeden hun geadopteerde baby thuis met poedermelk.

Ook voor het tegengaan van loonverschillen wordt ingezet op het herkennen, het kunnen aankaarten en melden van (vermoedens van) discriminatie. Het Europese richtlijnvoorstel (zie ook onder het vorige hoofdstuk) bevat diverse bepalingen die het voor werknemers makkelijker moet maken om loondiscriminatie te herkennen en aan te kaarten. Daarin zijn onder meer verschillende transparantiemaatregelen opgenomen waaronder het recht op informatie voor werknemers, om meer inzicht te krijgen in de vraag of er sprake is van verschillen in beloning. Ook zijn in het voorstel diverse maatregelen opgenomen ter verbetering van de rechtsbescherming van werknemers.

Moslimdiscriminatie

De registratie van moslimdiscriminatie, maar ook bijvoorbeeld de discriminatie van transgenderpersonen op basis van hun genderidentiteit, moet worden opgepakt door verschillende meldingsinstanties van discriminatie die dat nog niet doen, zoals de politie en het College voor de rechten van de Mens. Omdat er niet fijnmazig gedifferentieerd wordt tussen verschillende soorten meldingen, wordt de duiding van cijfers lastiger. Daarnaast biedt deze manier van registreren ook gemeenten minder instrumenten om gericht beleid te ontwikkelen.

Bij de inspanningen om de meldingsbereidheid van burgers te vergroten, waaronder mogelijk de genoemde brede publiekscampagne zal nadrukkelijk aandacht zijn voor discriminatie onder moslims. Er is een grote mate van onderregistratie van discriminatie bij moslims.

Tevens acht de NCDR het wenselijk dat er binnen twee jaar een onafhankelijk nationaal onderzoek wordt afgerond naar moslimdiscriminatie in Nederland. Een integraal omvattend onderzoek is nodig naar de mate waarin, in welke situaties en op welke domeinen (zoals woningmarkt, zorg, publieke ruimte, financiële dienstverlening) deze specifieke vorm van discriminatie voorkomt. De NCDR zal onder andere met de Staatscommissie Discriminatie en Racisme bespreken of dit onderzoek in hun werkprogramma kan worden ingepast.

De Wet gelaatsbedekkende kleding zal in 2023 geëvalueerd worden. Hierin wordt niet alleen de aanleiding, het nut en de noodzaak van de wet meegenomen maar ook de effecten die deze wet heeft op de groep die het meest geraakt wordt door deze wet.

De NCDR heeft verschillende signalen ontvangen dat gemeenten de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) gebruiken wanneer sprake is van vestiging van religieuze instellingen zoals moskeeën of bepaalde kerken en scholen met een islamitische signatuur. Er dient een verkennend onderzoek te komen naar hoe vaak, met welke reden en met welk resultaat de wet Bibob door gemeenten wordt ingezet bij de vestiging van religieuze instellingen zoals moskeeën en scholen met een islamitische signatuur.

Mensen met een beperking

In de townhallsessie met mensen met een beperking is ook gesproken over het meldingsproces. Veel deelnemers gaven aan niet te melden, omdat niet duidelijk is bij deze doelgroep dat de meldpunten er ook zijn om discriminatie met betrekking tot een beperking te melden. Ook worden de meldpunten ervaren als ontoegankelijk: zo is het voor dove mensen bijvoorbeeld lastig contact te leggen met een meldpunt. Voor mensen met een licht verstandelijke beperking is het proces van melden vaak te moeilijk.

In meer algemene zin werden ook de volgende obstakels genoemd: slechte zichtbaarheid van het meldpunt, niet duidelijk wat het belang is van melden, niet duidelijk wat er gebeurd met een melding, mensen zijn niet zeker wanneer er sprake is van discriminatie.